In het midden van de nacht wordt Rudy Vermeulen, de autistische conciërge van de West-Vlaamse politieschool, opgepakt naast het lichaam van zijn vermoorde baas. Hij verklaart onschuldig te zijn en ook leraren Peter Noels en Marianne Vissers zien hem niet als een moordenaar. Ze wijzen met beschuldigende vinger naar assistent-directeur John Daniels, die blijkbaar aasde op de baan. Echter, hoofdinspecteur Pieter Van In vindt het moeilijk om te geloven dat zijn oude makker een koelbloedige moordenaar zou zijn.